Waarderen voorraad

De geschatte leestijd voor dit artikel: 4 minuten

Het is weer zover, de jaarlijkse inventarisatie van uw voorraad en aansluitend waarderen van de voorraad.  Vanuit de praktijk merk ik dat er veel onduidelijkheden over het fiscaal toelaatbaar waarderen van de voorraad zijn. Hoe het werkt leg ik u graag uit.

Er zijn twee nominalistische waarderingsmethoden fiscaal toelaatbaar:

  • Waardering op kostprijs;
  • Waardering op kostprijs of lagere marktwaarde.

Waarderen van de voorraad op kostprijs kan worden gebruikt voor van derden gekochte voorraad en voor zelf voortgebrachte voorraad. De kostprijs van ingekochte goederen bestaat uit de inkoopprijs, te verhogen met de kosten van inkoop, zoals de kosten van vervoer en de voor de aankoop aan derden betaalde (provisie)kosten. De daarna komende kosten zoals de kosten van opslag hoeven niet bij de kostprijs te worden gerekend. Als tijdens de opslag nog handelingen plaatsvinden die zijn gericht op de productie, is geen sprake van louter opslag. Denk aan de behandeling van kazen tijdens de rijpingsperiode in een pakhuis of het keren van flessen champagne. De kosten die gemoeid gaan met dit proces behoren tot de kostprijs. De goederen die na verloop van tijd in kwaliteit en daarmee in waarde stijgen, zoals een voorraad parmaham of wijn, mogen op kostprijs worden gewaardeerd zonder rekening te houden met die waardestijging, HR 17 februari 1954, nr. 11.620 (BNB 1955/138).

Zelf vervaardige voorraad

Bij zelf vervaardigde voorraad bestaat de kostprijs uit de uitgaven die door de vervaardiging van deze goederen worden opgeroepen. De algemene regel van goed koopmansgebruik is dat kosten gemaakt voor toekomstige omzet moeten worden geactiveerd. In de jurisprudentie is echter uitgemaakt dat dit niet hoeft voor het constante deel van de algemene kosten, HR 30 mei 1956, BNB 1956/222 en HR 21 juni 1961, BNB 1961/272. Hierbij kan worden gedacht aan salarissen van de directie en stafafdelingen, afschrijving van gebouwen en kantoorinventaris en algemene financieringskosten. De ratio van het niet hoeven activeren van constante algemene kosten is dat deze kosten onafhankelijk van de productie moeten worden gemaakt. Ze houden derhalve onvoldoende oorzakelijk verband met het onderhanden werk of het voltooide product.

Uit het voorgaande mag niet de conclusie worden getrokken dat alle constante (vaste) kosten niet hoeven te worden geactiveerd. Zo zijn de afschrijvingskosten voor een machine wel constante kosten, maar geen algemene kosten. Deze kosten zijn immers toerekenbaar aan producten. Ook algemene variabele kosten kunnen worden onderscheiden, zoals de kosten van briefpapier e.d. Op grond van goed koopmansgebruik zouden deze kosten moeten worden geactiveerd. In de praktijk blijft dat veelal achterwege. Dat heeft meestal een praktische achtergrond, ofschoon dit natuurlijk doorgaans ook fiscaal voordelig is.

Waardering op lagere marktwaarde

Als de inkoopprijs na de aankoop is gedaald, mag de ondernemer zijn voorraad tot die gedaalde inkoopprijs afwaarderen (de lagere marktwaarde). Als voorraad wordt aangemerkt de economische voorraad. Dit betekent dat ook goederen in bestelling daartoe moeten worden gerekend. In dit licht kan bij transacties op de termijnmarkt de daarop geldende koersen als relevant worden beschouwd. In HR 13 oktober 1999 nr. 33.570 keurde de Hoge Raad waardering tegen termijnkoers goed in een situatie waarin deze lager lag dan de prijs op de spotmarkt.

Incourante voorraad

Incourante voorraden moeten worden afgewaardeerd. Men kan hierbij uitgaan van de verwachte verkoopprijs minus het brutowinstpercentage, HR 10 juni 1959, BNB 1959/262. Hierbij strekt de voorziening zich uit tot de (netto)winstmarge.

Voorbeeld

inkoopprijs 50

oude verkoopprijs 75

winstmarge 1/3

nieuwe verkoopprijs 60

afwaardering tot 60 – (1/3 x 60) = 40

Winkelvoorraad detaillisten

Zie MvF 17 februari 2011, nr. BLKB 2011/178M voor de waardering van voorraden van detaillisten op het gebied van textiel, kleding, schoenen, meubelen en stoffering. Het betreft een afwaarderingssystematiek afhankelijk van de voorraadtijd. In dezelfde resolutie wordt behandeld hoe in de ogen van het MvF inruilauto’s moeten worden gewaardeerd. Ten aanzien van de voorraadartikelen waarop de margeregeling (globalisatieregeling) van de OB van toepassing is, acht het MvF het niet toegestaan te waarderen tegen kostprijs verminderd met ‘impliciete’ daarin begrepen OB. In eerdere schakels geheven OB maakt deel uit van de kostprijs van de voorraad.

De ondernemer is niet gerechtigd de afwaarderingspercentages toe te passen als de mate van incourantheid uit de voorraad- en verkoopadministratie blijkt. In dat geval moet worden uitgegaan van het hieruit blijkende percentage.

Marge

Als bij de marge-regelling voor wederverkopers de globalisatieregeling wordt toegepast, is btw verschuldigd over het verschil van alle inkopen en verkopen in een bepaald tijdvak voor deze regeling geldt. Bij inkopen en verkopen in verschillende tijdvakken ontstaat een verschil met de normale marge-regeling. Inkopen verlagen de marge en verkopen verhogen de marge. In een tijdvak waarin sprake is van relatief lage verkopen en/of relatief hoge inkopen wordt eigenlijk te weinig btw afgedragen. Gezegd zou kunnen worden dat dit een latente btw-last met zich meebrengt ter zake waarvan voor de winstberekening een voorziening zou moeten kunnen worden gevormd. Hof Amsterdam wijst deze visie af; uitgaven in verband met in de toekomst nog af te dragen OB vinden hun oorsprong in toekomstige verkopen, Hof Amsterdam 6 september 2012, nr. 11/00593 en 11/00594. De Hoge Raad bevestigt het oordeel van Hof Amsterdam, HR 23 mei 2014, nr. 12/04742. Dit arrest lijkt mij in strijd met goed koopmansgebruik. Het resultaat van de uitspraak draagt wel bij aan de eenvoud van de winstberekening.

Twijfel u over uw waardering of wilt u meer informatie over het fiscaal juist waarderen van uw voorraad? Neem dan gerust contact op.

Succes!

Met vriendelijke groet,

image

 

 

 

Ron Meijer

 

Over de auteur

Ron Meijer

Twitter

Ron Meijer is boekhouder bij Adrome , proactieve belastingadviseur bij Blauwe Vrijdag, fotograaf bij ronmeijer.frl, auteur bij Wolters Kluwer, Stichting NLFiscaal, Taxence en lid van Register Belastingadviseurs. Ron’s motto is: “Alles is aftrekbaar, tenzij..."